NASK 2

2. Massaverhouding

Gegeven door:
Jilles Douze
Beschrijving Begrippen

Hallo allemaal en leuk dat je weer kijkt naar een nieuwe video. In deze video gaan we het hebben over de massaverhouding. We bespreken eerst wat een massaverhouding precies is. De massaverhouding is een belangrijk onderwerp van NaSk 2, want daar komen altijd meerdere vragen over op het eindexamen. Het is daarom belangrijk dat je dit goed begrijpt.

E1. Productieprocessen

ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay
ThumbnailPlay

Samenvatting voor Nask - Massaverhouding


Wat is massaverhouding?

Dit kan het best uitgelegd worden door middel van een voorbeeld. Stel je wilt 1 stuk brood bakken, daarvoor heb je 500 gram meel nodig, en 7 gram gist. Dus met 500 gram meel en 7 gram gist kan je een stuk brood maken. Maar stel ik wil twee stukken brood hebben, hoeveel gram meel en hoeveel gram gist heb ik dan nodig? Nou, voor één stuk brood heb je 500 gram meel nodig, dus voor twee stukken brood heb je 1000 gram meel nodig. En hetzelfde geldt voor gist, bij 500 gram meel heb je 7 gram gist nodig, maar we hebben nu niet 500 gram meel, maar 1000, dus dan hebben we ook 14 gram gist nodig. Dit is het principe van een massaverhouding, dit is een voorbeeld uit het dagelijks leven. Dit is ook hoe een massaverhouding werkt in de scheikunde. 



Wet van behoud van massa

In de scheikunde maken ze gebruik van de wet van behoud van massa. De wet van behoud van massa zegt namelijk het volgende: de totale massa van de beginstoffen, is gelijk aan de totale massa van de reactieproducten. Stel je voor dat we waterstof en zuurstof met elkaar laten reageren tot water. Daar hoort dan de volgende reactievergelijking bij: 2H2 + O2 —> 2H2O. 



Opstellen massaverhouding

Als eerst schrijf je onder de stoffen in de reactievergelijking de massa ervan op. Eerst begin je bij de waterstof, de massa van waterstof 1,0 u, maar je hebt niet 1 waterstof molecuul maar je hebt er 4. Je vermenigvuldigt coëfficiënt 2 namelijk met coëfficiënt 2, en dat komt uit op 4. Dus de massa van het waterstof in deze reactievergelijking is 4,0 u. Daarna ga je door naar het berekenen van de massa van zuurstof. Nou, de massa van 1 zuurstofatoom is 16,0 u maar je hebt er niet 1 maar 2. Dus de massa van het zuurstof in deze reactievergelijking is 32,0 u.


Tenslotte heb je nog de massa van water in deze reactievergelijking. Nou, de massa van 1 wateratoom is 18,0 u, maar je hebt twee wateratomen, dus de massa van het water in deze reactievergelijking is gelijk aan 36 u. Je ziet inderdaad dat de totale massa van de beginstoffen gelijk is aan de totale massa van de reactieproducten. Bij de beginstoffen zie je namelijk 4,0 u plus 32,0 u is 36,0 u. En dat is ook de massa van de reactieproducten, je weet nu dus dat als je 4,0 u waterstof hebt, en 32,0 u zuurstof dat je dan 36,0 u water krijgt. Dus de massaverhouding van waterstof tot zuurstof tot water is: 4,0 : 32,0 : 36,0