In deze online kennisclip voor biologie gaat het over de regulatie van ecosystemen, waarbij de nadruk ligt op de energiestromen in ecosystemen. Het gaat over de verschillende manieren van weergeven van de verhoudingen tussen de verschillende organismen binnen een ecosysteem.
3. Energiestroom

Ook wel wieren genoemd. Het is een verzamelnaam voor een aantal organismen die via fotosynthese lichtenergie gebruiken om koolhydraten te verkrijgen
Stoffen die zowel in de levenloze natuur als in organismen voorkomen
Een verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen die gemaakt worden vanuit biomassa
De totale hoeveelheid energierijk materiaal in een organisme (meestal het drooggewicht)
Afkorting van bruto primaire productie. Alle energie die in een ecosysteem door productenen wordt vastgelegd in biomassa
De afbraak van organische moleculen tot kleinere organische moleculen. Het doel is om energie vrij te maken voor processen in het organisme
Begrensd gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen de abiotische en biotische factoren een eenheid vormen
Brandstoffen die lang geleden ontstaan zijn uit resten van planten en minuscule diertjes, zoals aardolie
Dit is alle biomassa waarmee weefsels kunnen worden opgebouwd in autotrofe organismen (per tijdseenheid door producenten gevormde (meetbare) biomassa na aftrek van de door dissimilatie verbruikte organische stof)
Organisme dat organische stoffen uitsluitend uit anorganische stoffen produceert met behulp van energie uit de levenloze natuur (planten of bacteriën)
Reducenten breken organische stoffen af tot anorganische stoffen (bacteriën en schimmels)
Elke schakel van een voedselpiramide
Het omzetten van organische stoffen van het ene naar het andere organisme
Het geheel van voedselrelaties binnen een leefgemeenschap
Dat de regenwouden netto veel CO2 vastleggen, ligt niet voor de hand. Misschien zijn deze regenwouden nog aan het herstellen van vroegere verstoringen, zoals bosbranden of ontginning voor de landbouw.
Waardoor neemt een regenwoud tijdens zo'n herstelperiode relatief veel CO2 op?
Uit het antwoord moet blijken dat tijdens de herstelperiode er meer plantengroei is / de biomassa sterk toeneemt (waarvoor relatief meer koolstof nodig is).